
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 268
1
In zaken betreffende nalatenschappen is bevoegd de rechter van de laatste woonplaats van de overledene. In afwijking van de eerste zin is in zaken die volgens afdeling 7 van titel 5 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek met een verzoekschrift moeten worden ingeleid, bevoegd de rechter van de woonplaats van de rechthebbende.
2
Van de in artikel 12, vierde lid, tweede volzin, bedoelde beschikking wordt door de griffier afschrift gezonden aan de als uitsluitend bevoegde aangewezen kantonrechter, aan de onder curatele gestelde, de rechthebbende en degene ten behoeve van wie een mentorschap is ingesteld en voorts aan de curator, de mentor en aan ieder der bewindvoerders. Van de beslissing is geen hogere voorziening toegelaten. De kantonrechter die als uitsluitend bevoegde is aangewezen, is aan die aanwijzing gebonden.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN BA7767, Eerste aanleg - enkelvoudig, 129559 / FA RK 07-466
Rechtsoort
Personen-en familierecht
Datum uitspraak
21-06-2007
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - enkelvoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank ZwolleVerzoek wijziging omgangsregeling. Hoewel niet aan verplichting tot tot overleggen van uittreksel uit het gezagsregister is voldaan kan de man in zijn verzoek worden ontvangen. De rechtbank, sector civiel recht is, na inwerkingtreding van Wet van 22 november 2006 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk...